woensdag 1 december 2010

Fout

In het vorige blogbericht heb ik uitgelegd wat het verschil is tussen een bedrag optellen (aftrekken) of een percentage optellen (aftrekken) en waarom het de enige juiste methode is om het met een percentage te vermenigvuldigen. Dus in plaats van 10% er bij op te tellen, vermenigvuldig je met 1,1 = 110%.
Reden daarvan is dat het voorkomt dat je een fout zou maken als percentages bij elkaar op te tellen: 50% eraf en nog eens 50% eraf is 100% eraf. Of 100% erbij en nog eens 100% erbij is 200% erbij. Nee, reken maar na, in het eerste geval kom je op 75% eraf en in het tweede geval kom je op 300% erbij!
Nog merkwaardiger wordt het bij 50% eraf en dan 100% erbij, dat komt op 0% uit, maar dom gerekend zeg je: er komt 50% bij.
Het is wel te begrijpen dat die fout gemaakt wordt, want voor kleine percentages, zeg onder de 5%, is dat optellen bij benadering wel goed. Tenzij je dat te vaak doet, want dan gaat het weer fout.

Maar daar doel ik niet zozeer op met mijn titel. Nee, ik richt me op de daaruit voortvloeiende fout die de zogenaamde analisten regelmatig maken, die zelfbenoemde deskundici met hun wetenschappelijke aandoende benaming, die ons hun speculatieknollen voor investeringscitroenen willen verkopen.
Niet zelden menen die - terecht - te moeten wijzen op de grote risico's die gepaard gaan met beleggen en de reden die ze daarvoor aanvoeren is dat om het verlies weer goed te maken als je 50% verloren hebt, er een winst van 100% nodig is en dat die vele malen onwaarschijnlijker zou zijn. Of op kleinere schaal, een verlies van 20% vergt een winst van 25% ter compensatie.
Maar zoals ik in eerder genoemd blogbericht uitlegde, die kansen schelen niet zoveel. Of je met 1/2 of met 2 vermenigvuldigt is ongeveer gelijk, net als met 4/5 of met 5/4.
Nee, als ik zoiets lees van zo'n analist dan weet ik dat hij (zelden of nooit is het een zij) in ieder geval niet weet waarover hij het heeft.